Als er iemand in de woning blijft wonen, dan moet hij/zij voldoende inkomen hebben om de hypotheek op te kunnen brengen. Ook moet de vertrekkende partner uitgekocht en betaald worden. Is dit geld er niet, dan zal dat bedrag "bij" geleend moeten worden of, als dat laatste niet mogelijk blijkt, zal de woning verkocht moeten worden. De waarde, winst en schulden moeten dan verdeeld worden.
Uitkopen houdt in dat de vertrekkende partij recht heeft op een bepaald gedeelte van de waarde van de woning. Wat die waarde is, is afhankelijk van hoe er getrouwd was, maar ook van de taxatiewaarde en de hypotheek. Ligt de marktwaarde hoger dan de hypotheek, dan is er sprake van overwaarde. De vertrekkende partner ontvangt dan een bepaald bedrag. Is er sprake van onderwaarde (dan is de marktwaarde lager dan de hypotheek), dan moet de vertrekkende partner een bedrag betalen aan diegene die in de woning blijft wonen.